Professionele beleefdheid?! – Aukje Menger
06 december 2016 – Een groep van 12 trainees. Gedreven, vol ideeën over een slimmere organisatie en een betere wereld. Kritisch naar zichzelf en naar ‘hoe mensen elkaar bezig houden’ in de organisatie. Kortom: een geweldig vertrekpunt om als organisatie van deze groep te leren hoe een aantal zaken verbeterd kan worden. Denk aan: efficiënter omgaan met informatie delen, samenwerken binnen een project of aandacht genereren voor een nieuwe manier van werken.
Respect voor jezelf en voor de ander
We hebben het over niveaus van communicatie en manieren waarop je in een gesprek kunt sturen. Als voorbeeld wordt een overleg genoemd, waar zeven collega’s 45 minuten naar een achtste collega luisteren die hen uitgebreid over een project vertelt wat zij al lang weten. Met kromme tenen. En zonder nog echt te luisteren. En af en toe een blik van verstandhouding met elkaar uitwisselend.
Natuurlijk stel ik de vraag waarom de trainees in deze situatie niet ‘in actie’ komen. ‘Ja, maar het is een hele aardige kerel.’ ‘Hij is super-ervaren, dat respecteer ik.’ ‘Ik dacht: ik laat hem nog even zijn gang gaan. Het zal zo wel op het juiste spoor komen.’ ‘Ik wil niet onbeleefd zijn.’ Genoeg stof voor een interessant vervolg. Wat is beleefdheid eigenlijk? En wanneer is beleefdheid een ‘dekmantel’ om een opmerking die jij spannend vindt om te maken, toch niet te hoeven uitspreken? We hebben het over jezelf en de ander serieus nemen als ‘professional’. Ervan uitgaan dat jouw observaties en verwachtingen serieus te nemen zijn. En dat de ander professioneel genoeg is om met jouw ideeën of ‘feedback’ om te gaan. Dat dat juist een blijk is van respect. Voor jezelf en voor de ander.
Onderzoek de mogelijke belemmeringen
Deze ‘beleefdheids-hobbel’ staat regelmatig in de weg. Niet alleen bij jonge professionals. Al is voor hen het kader van ‘wat is wel en niet gepast binnen een werkomgeving?’ en ‘hoe serieus neem ik mijn eigen waarnemingen en ervaring?’ wel een belangrijke uitdaging. Een organisatie die wil investeren in het leren van starters of trainees, doet er goed aan om te onderzoeken welke mogelijke belemmeringen er staan tussen het zien en het delen van mogelijke verbeteringen. Daar ligt ook een belangrijke vraag over de persoonlijke ontwikkeling van de trainee. Want wat er staat tussen ‘zien’ en ‘inbrengen’, dat is voor iedereen verschillend. Het kan een kwestie zijn van opvattingen over beleefdheid. Maar net zo goed van ervaringen waarin jezelf uitspreken niet goed hebben uitgepakt. Of het idee dat je je pas uit mag spreken als je: zeker weet dat wat je zegt juist is/ je net zoveel werk- en levenservaring hebt als je gesprekspartner/ je het idee hebt dat je er niemand mee voor het hoofd stoot. Daarom ook aan te raden: bouw het inbrengen van ideeën rustig op. Begin met het delen van een aantal eerste indrukken, misschien in blogvorm. Dan komen inspiratiesessies en feedback aan het projectteam later. Of zoals deze groep trainees na een oefensessie met trainingsacteurs zeiden over het aangeven van je eigen behoefte: ‘het helpt om in het klein te beginnen’.